Patiëntwaarden in arts-patiëntgesprekken over deelname aan vroeg-klinische studies

Gepubliceerd op 25 april 2024 – Patiënten met ongeneeslijke kanker die geen standaard-behandelopties meer hebben, kunnen soms besluiten om deel te nemen aan vroeg-klinische studies. Omdat hiervoor geen hard bewijs bestaat dat patiënten er voordeel van hebben, is het extra van belang dat wordt besproken wat iemand belangrijk vindt in deze fase van het leven. ACHC’ers Liza van Lent (ook: Erasmus MC Kanker Instituut) en Julia van Weert voerden daarom met collega’s een kwalitatieve analyse uit om erachter te komen welke waarden patiënten en oncologen bespreken, en op welke manier zij dat doen tijdens gesprekken over deelname aan vroeg-klinische studies.

Het bespreken van patiëntwaarden is een belangrijk onderdeel van het proces van samen beslissen. Dat kan er namelijk voor helpen zorgen dat het besluit uiteindelijk zo goed mogelijk past bij wat een patiënt belangrijk vindt in deze fase van zijn/haar leven. Eerder onderzoek had al laten zien dat patiëntwaarden over het algemeen maar weinig worden besproken tussen oncologen en patiënten. De OnVaCT-interventie (zie dit eerdere ACHC nieuwsbericht) was juist bedoeld om het bespreken van patiëntwaarden te ondersteunen in het proces van samen beslissen over deelname aan vroeg-klinische studies. Daarom keken de onderzoekers naar 17 gesprekken voordat de interventie was geïmplementeerd (pre-interventie), en 15 gesprekken na invoering van de interventie (post-interventie).

In de pre- en post-interventie fase bespraken oncologen en patiënten diverse waarden, zoals hoop, autonomie, en kwaliteit en kwantiteit van leven. Toch leken er verschillende (gespreks-)patronen te zijn in de twee studiefases. In de pre-interventie fase erkenden oncologen wel dat patiëntwaarden belangrijk zijn, maar riepen zij patiënten vooral op om er thuis verder over na te denken. In de post-interventie fase verwezen oncologen ook naar de OnVaCT en/of stelden ze vervolgvragen om erachter te komen welke waarden belangrijk waren voor een patiënt. Patiënten in de pre-interventie fase gebruikten vaak spontane, korte reacties (bijv. in reactie op informatie van de oncoloog) waarin zij aangaven wat ze belangrijk vonden. In de post-interventie fase gebruikten ze vaak meerdere zinnen waarin de verschillende waarden ook aan elkaar werden gekoppeld.

De OnVaCT-interventie lijkt daarmee te kunnen helpen om patiëntwaarden beter te verwerken in gesprekken (en samen beslissen) over deelname aan vroeg-klinische studies. Ben je benieuwd naar het volledige artikel? Het onderzoek is nu gepubliceerd in BMC Medical Informatics and Decision Making en is openlijk toegankelijk.