Patiënten die online medische informatie raadplegen, stellen meer vragen aan hun zorgverlener

Gepubliceerd op 15 mei 2025 – Patiënten die zich voorafgaand aan een ziekenhuisbezoek breed oriënteren op medische websites, blijken tijdens het consult meer vragen te stellen aan hun zorgverlener. Niet de tijd die ze online doorbrengen, maar de hoeveelheid verschillende informatiepagina’s die ze bekijken, houdt verband met hun actieve deelname aan het gesprek.

Dit vonden ACHC-onderzoekers Minh Hao Nguyen en Julia van Weert in een Nederlandse studie onder 232 patiënten met kanker, gepubliceerd in het International Journal of Communication. Deelnemers kregen voor hun diagnostische consult een educatieve ziekenhuiswebsite aangeboden en werden vervolgens geobserveerd tijdens hun gesprekken met artsen. De ziekenhuiswebsite was in co-creatie tussen onderzoekers en zorgverleners ontwikkeld als onderdeel van het OCA-4 project.

Uit de analyse van websitegebruik en videobeelden blijkt: patiënten die meer verschillende webpagina’s bekeken over medische of praktische onderwerpen, stelden meer vragen en uitten vaker zorgen over deze onderwerpen tijdens hun afspraak met de zorgverlener. Opvallend genoeg bleek de tijd die zij op de website doorbrachten geen invloed te hebben op hun participatie. Het gaat dus meer om wat mensen raadplagen dan hoe lang ze op de website zitten.

Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor de resultaten, waarin het belangrijk is om te benadrukken dat de studie geen causaal verband aantoont. Enerzijds kan online informatie een soort “voortraining” bieden: het helpt patiënten om hun zorgen te formuleren, vragen voor te bereiden en met meer zelfvertrouwen het gesprek aan te gaan. Anderzijds is het mogelijk dat betrokken patiënten die normaliter meer vragen stellen aan hun zorgverlener, ook meer geneigd zijn om vooraf al informatie op te zoeken.

Het onderzoek is uniek omdat het gebruik maakt van gedragsdata in plaats van zelfrapportage, en levert daarmee unieke bijdrage aan onze kennis over hoe online gedrag en offline communicatie in de zorg met elkaar samenhangen. De studie benadrukt het belang van betrouwbare online voorlichting vanuit ziekenhuizen, vooral aan het begin van een behandeltraject, en onderstreept hoe digitale informatievoorziening de kwaliteit van het arts-patiëntgesprek kan verbeteren.

Referentie: Nguyen, M. H., Bol, N., van Strien, I. S., van der Eijken, K., Tytgat, K. M. A. J., van Laarhoven, H. W. M., van Berge Henegouwen, M. I., Van Weert, E. M. A. & van Weert, J. C. M. (2025). Online Behaviors, Offline Consequences? Linking Online Traces of Health Information Use to Observed Communication During Medical Consultations. International Journal of Communication, 19, 25. https://ijoc.org/index.php/ijoc/article/view/19558

Auteurs: Minh Hao Nguyen, Nadine Bol, Inge S. van Strien, Kirsten van der Eijken, Kristien M. A. J. Tytgat, Hanneke W. M. van Laarhoven, Mark I. van Berge Henegouwen, Ellen M. A. Smets, Julia C. M. van Weert

Financiering: Dit onderzoek werd gefinancierd door KWF Kankerbestrijding. Het project was een samenwerking tussen de Amsterdam School of Communication Science/ASCoR en de afdeling Medical Psychologie van het Amsterdam UMC, locatie AMC. Het project werd uitgevoerd in samenwerking met het Gastro-Intestinaal Oncologisch Centrum Amsterdam (GIOCA) van het Amsterdam UMC, locatie AMC.