Nieuw onderzoekscentrum UvA: Amsterdam Center for Health Communication

ACHC_logo_160pxTijdens haar oratie op vrijdag 22 januari lanceert prof. dr. Julia van Weert, hoogleraar Gezondheidscommunicatie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) het nieuwe Amsterdam Center for Health Communication (ACHC). Dit centrum heeft tot doel om gezondheid te verbeteren door middel van wetenschappelijk onderzoek naar effectieve communicatie en de implementatie van onderzoek op het gebied van gezondheid en welzijn te bevorderen.

Het centrum, dat bestaat uit een gemêleerd gezelschap van communicatiewetenschappers binnen de Universiteit van Amsterdam, werkt samen met een groot aantal andere organisaties en afdelingen, waaronder (publieke) gezondheidsorganisaties en -instituten, patiëntenorganisaties, het Academisch Medisch Centrum en andere ziekenhuizen en universiteiten.

Kennis delen tussen wetenschap en praktijk
‘Een belangrijke uitdaging voor zorgverleners en beleidsmakers is om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die communicatie en media bieden’, vertelt Van Weert. ‘Daar wordt ongelooflijk veel onderzoek naar gedaan – niet in de laatste plaats door ons eigen centrum – maar het blijkt lastig om de onderzoeksresultaten ook in de praktijk geïmplementeerd te krijgen. Voor het ACHC is die implementatie een van de speerpunten.’

Het centrum doet dat onder meer door middel van de website van het centrum http://www.healthcommunication.nl waarop alle lopende onderzoeken en onderzoeksresultaten van het centrum te vinden zijn, en door middel van events zoals expert meetings, symposia en conferenties voor zorgverleners, beleidsmakers en onderzoekers. ‘Tijdens zulke events kunnen onderzoekers kennis overdragen, maar andersom kunnen mensen uit de praktijk de onderzoekers voeden met informatie over bijvoorbeeld de behoeften van de praktijk op het gebied van gezondheidscommunicatie. Uiteindelijk streven we naar een integratie van wetenschappers, zorgverleners en beleidmakers.’

100.000 gezondheidsapps
Dat het centrum een gat vult binnen de gezondheidscommunicatie, illustreert Van Weert met een voorbeeld. ‘Op dit moment zijn er zo’n 100.000 gezondheidsapps, denk aan calorieënmeters, slaap-apps, apps die je stappen tellen of je helpen te stoppen met roken. Het overgrote deel van deze apps is ontwikkeld door commerciële partijen voor de gehele populatie, maar we weten eigenlijk nog lang niet of iedereen deze apps wel begrijpt en gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn. Zodoende kunnen ze hun belangrijkste doel, gezonder gedrag, mislopen. Als je dus apps ontwikkelt op basis van wetenschappelijke inzichten en aanpast op de behoeften en mogelijkheden van de doelgroep, kun je veel effectievere apps ontwikkelen, ook voor lastiger te bereiken en kwetsbare groepen zoals ouderen of lageropgeleiden.’

Toetsing door patiënten
Van Weert onderstreept het belang van toetsing van wetenschappelijk onderzoek door de praktijk, onder wie ook patiënten en patiëntenorganisaties. ‘Veel subsidiegevers zoals ZonMw en KWF Kankerbestrijding, eisen tegenwoordig dat wetenschappers patiënten betrekken bij het ontwikkelen van onderzoeksvoorstellen. Ze hebben hun wetenschappelijke commissie, die de voorstellen toetst, uitgebreid met  een patiëntenadviescommissie, die de ingediende onderzoeksvoorstellen onafhankelijk toetst en dus meebeslist of een subsidie toegekend wordt of niet. Op deze manier blijf je als wetenschapper aangehaakt bij de praktijk. Uiteraard blijven we ook fundamenteel onderzoek doen, maar bij het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek is het betrekken van de patiënten voor wie het uiteindelijk bedoeld is heel waardevol én heel logisch.’

In het voorjaar van 2016 vindt er een openingssymposium plaats van het Amsterdam Center for Health Communication.