Kleine onwaarheden kunnen effectiever zijn dan grote leugens in COVID-19 desinformatie

Gepubliceerd op 10 februari 2022 – COVID-19 desinformatie is het meest geloofwaardig en het moeilijkst te corrigeren wanneer het een sterkere link met feitelijke waarheden heeft. Dit blijkt uit onlangs gepubliceerd experimenteel onderzoek onder 1490 Duitse respondenten. Deze bevindingen suggereren dat desinformatie gevaarlijker kan zijn wanneer onwaarheden subtiel in plaats van overduidelijk zijn. 

Desinformatie – in dit onderzoek gedefinieerd als bewust misleidende informatie – komt in vele vormen voor. Alhoewel voorbeelden als ‘COVID-19 is een biologisch wapen gemaakt om de wereldpopulatie te domineren’ wellicht het meest bekend zijn, gaat desinformatie in de praktijk ook vaak over berichten met een sterkere relatie tot de realiteit en feiten. In een recent onderzoek vonden Michael Hameleers, Edda Humprecht, Judith Möller en Jula Lühring dat de mate waarin desinformatie afwijkt van de feitelijke werkelijkheid van belang is voor de geloofwaardigheid, maar ook de correctie van desinformatie.

Specifieker: Desinformatie die COVID-19 koppelt aan immigratie of besmettingen via sporters wordt als geloofwaardiger beoordeeld wanneer slechts enkele beweringen onjuist zijn dan wanneer het gehele bericht op leugens is gebaseerd. Daarnaast zijn fact-checkers effectiever in het weerleggen van compleet gefabriceerde berichten dan het corrigeren van statements die slechts ten dele onwaar zijn.

De belangrijkste les die uit het onderzoek gehaald kan worden is dat onderzoekers, fact-checkers en (nieuws)platformen niet enkel aandacht zouden moeten besteden aan extreme gevallen van desinformatie, maar het publiek ook zouden moeten leren om subtielere onwaarheden te herkennen die strategisch gebruikt zouden kunnen worden om burgers te misleiden.

Dit onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Information, Communication & Society en is hier terug te lezen.